Heeft u vragen?
Neem contact op

Deze site wordt onder­houden door Arom - juridisch adviesbureau ruimtelijke ordening & milieu.

Arom
Oud Brandevoort 12
5706 NE Helmond

0492-792491
06-11494589

Archeologie

Aanleiding archeologisch (voor)onderzoek
Om een goed en compleet beeld te krijgen van bepaalde perioden van de (menselijke) geschiedenis is archeologisch onderzoek van belang.
De bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem is gekoppeld aan ruimtelijke plannen.

Doel archeologisch (voor)onderzoek
Doel van het archeologisch (voor)onderzoek is het waar nodig beschermen van archeologische waarden en het streven naar behoud van de waarden in de bodem (in situ). De essentie van het archeologisch (voor)onderzoek is het verkrijgen van gegevens over de archeologische resten in de bodem teneinde in een vroeg stadium een goede afweging te kunnen maken van alle bij een ruimtelijk besluit betrokken belangen.

Wettelijke basis archeologisch (voor)onderzoek
Het archeologisch (voor)onderzoek is sinds 2007 verankerd in de Monumentenwet 1988. Er is bij implementatie bewust gekozen voor een vergaande integratie van de zorg voor archeologische waarden in de ruimtelijke ordening. Hiermee is het Europese Verdrag van Valletta (ook wel Malta genoemd) geïmplementeerd.

Stappen archeologisch (voor)onderzoek
Het onderzoek start met een globale inventarisatie van eventuele archeologische waarden of verwachtingen daarvan. Afhankelijk van de aard en het detailniveau van het plan kan vervolgens verder worden 'ingezoomd' op aanwezige waarden. Hierdoor kan het bevoegd gezag, bijvoorbeeld de gemeente, een goede afweging maken bij de besluitvorming. Vervolgens kan het bevoegd gezag bepalen dat initiatiefnemers van bodemverstorende activiteiten verder archeologisch onderzoek dienen uit te voeren, aanpassingen dienen aan te brengen in hun bouwplan of de bouwactiviteiten archeologisch dienen te laten begeleiden (omgevingsvergunning i.v.m. bouw-, sloop- of aanleggen van werken).
Hieronder zijn de stappen beschreven die voor archeologisch (voor)onderzoek van belang zijn.

Stap 1 - Is archeologisch (voor)onderzoek nodig?
De Monumentenwet schrijft voor dat de gemeente bij vaststelling van een bestemmingsplan en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond, rekening dient te worden gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten waarden. Archeologisch (voor)onderzoek is in alle gevallen nodig.
In geval van een omgevingsvergunning ten behoeve van een project is het mogelijk dat de gemeente op grond van artikel 41 van de Monumentenwet een archeologisch (voor)onderzoek verlangt om een zorgvuldige afweging te kunnen maken van eventueel aanwezige archeologische waarden.
Op grond van artikel 41a van de Wet op de archeologische monumentenzorg geldt de uitzondering dat indien het project een oppervlakte kleiner dan 100 m2 heeft, of een door de gemeente vastgestelde hiervan afwijkende oppervlakte, geen archeologisch (voor)onderzoek nodig is.

Houd er rekening mee dat er altijd een meldingsplicht geldt voor eventuele archeologische vondsten.

Stap 2 - Kan op basis van bureauonderzoek een besluit worden genomen?
Eerst wordt bureauonderzoek verricht. Nagegaan wordt of er bekende of te verwachten archeologische waarden zijn binnen het plangebied. Ook dient te worden gekeken naar het gebied waarop het plan van invloed is. Het bureauonderzoek bestaat uit een archief- en literatuuronderzoek van archeologische en bodemkundige gegevens die bij de Rijksdienst Cultureel Erfgoed, provincie, gemeente en/of andere instanties (b.v. universiteiten, musea) bekend zijn.
Indien op basis van bureauonderzoek archeologische waarden worden verwacht in het plangebied, dient een afweging te worden gemaakt of deze waarden in voldoende mate kunnen worden afgewogen in de besluitvorming over het plan. Dat is afhankelijk van de aard en het detailniveau van het plan waarover de gemeente dient te beslissen.

Indien het plan bijvoorbeeld voorziet in activiteiten die een zodanig bodemverstorend effect kunnen hebben, zal meer gedetailleerd archeologisch onderzoek van belang zijn.

Gedetailleerd onderzoek kan ook van belang zijn indien er grote verschillen bestaan tussen nog te kiezen locaties of alternatieven ten aanzien van het aantasten van de archeologische waarden. Een gunstige locatiekeuze kan hoge kosten voor archeologie later in het proces besparen.

Op basis van het bureauonderzoek dient een rapportage inzicht geven in een eventuele noodzaak tot een diepgaander en waarderend archeologisch onderzoek en over het vervolgtraject gerelateerd aan de verschillende stadia van het planvormingsproces. De bevindingen kunnen in de toelichting bij het plan worden opgenomen.
Indien de gemeente voldoende archeologische informatie heeft verkregen om een goed afgewogen besluit te nemen, is verder archeologisch onderzoek niet nodig.

Indien er onvoldoende archeologische informatie is verkregen om een goed afgewogen besluit te nemen, is waarderend archeologisch onderzoek nodig tot op een detailniveau om een afgewogen besluit te kunnen nemen over het plan. Ga door naar stap 3.

Stap 3 - Kan op basis van waarderend archeologisch onderzoek een besluit worden genomen?
Door middel van waarderend archeologisch (veld)onderzoek dient in beeld te worden gebracht of eventuele archeologische waarden dienen te worden behouden en beschermd. Het veldonderzoek kan daar deel van uitmaken. Indien het detailniveau van het plan daarom vraagt dient stapsgewijs worden bekeken wat de aard, karakter, omvang, datering, gaafheid, conservering en relatieve kwaliteit is.
Het onderzoek dient te leiden tot een waardering en een archeologisch selectieadvies voor de gemeente. Dat advies geeft aan hoe met de archeologische waarden dient te worden omgegaan in de verdere planvorming en welke maatregelen eventueel dienen te worden genomen. Op basis daarvan kan de gemeente een afwegingover het plan.

Indien de gemeente voldoende archeologische informatie heeft verkregen om een goed afgewogen besluit te nemen, is verder archeologisch onderzoek niet nodig. Ga in dat geval na of maatregelen moeten worden getroffen om eventuele archeologische waarden te beschermen. Ga door naar stap 4.

Indien de gemeente onvoldoende archeologische informatie heeft verkregen om een goed afgewogen besluit te nemen, dient archeologisch onderzoek verder te worden uitgediept zodat wel een besluit kan worden genomen, anders kan het plan geen doorgang vinden.

Stap 4 - Inpassing en bescherming archeologische waarden
Maak op basis van het archeologisch onderzoek een afweging welke waarden beschermd dienen te worden, welke waarden opgegraven dienen te worden, welke vernietigd kunnen worden en welke maatregelen en verplichtingen daaraan worden verbonden via een omgevingsvergunning om aan te leggen of te bouwen in het bestemmingsplan. Het kan daarbij gaan om bescherming door planologische, wettelijke of fysieke maatregelen (inpassing van archeologische waarden in het plan). De kosten daarvoor worden door de initiatiefnemer gedragen.
5. Procedurele vereisten
Verankeren archeologisch belang in het bestemmingsplan
Archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd voor de vaststelling van het bestemmingsplan of het nemen van een besluit tot verlening van een omgevingsvergunning. De afweging van archeologische waarden dient plaats gevonden te hebben bij vaststelling van het plan. Daarbij geldt dat op moment van vaststelling van het plan ook besloten moet worden over hoe om moet worden gegaan met aanwezige archeologische waarden. Dit kan worden opgenomen in de regels bij het bestemmingsplan.

Vragen?

Hebt u nog vragen of wilt u een offerte voor het verrichten van onderzoek. Neem contact op met mr. Q.W.J. de Ruijter van AROM.